Kind en ruimte
Elk kind heeft anderen nodig om zich te kunnen ontwikkelen: mensen die veiligheid bieden, voorbeelden geven, stimuleren, voorwaarden scheppen en verzorgen. De invloed van cultuur, normen en gewoonten van de mensen om je heen is groot. Eskimokinderen leren veel over alle verschillende soorten sneeuw en wat ze daarmee kunnen doen. Nederlandse kinderen krijgen het fietsen met de paplepel ingegoten. Daarbij speelt ook de omgeving een belangrijke rol: om veel van sneeuw te weten moet er vaak sneeuw zijn, om goed te leren fietsen is het handig om in een vlak land met veel fietspaden te wonen. De ruimte om hem heen kan een kind dus ondersteunen in zijn ontwikkeling. Maar de ruimtelijke omgeving kan het kind ook afremmen. In een wijk met amper buitenspeelruimte en veel verkeer zal een kind zich anders ontwikkelen dan in een buurt waar je wél veel buiten kunt spelen. Dit boek gaat niet over buiten, maar over binnen. Maakt het voor kinderen uit hoe de ruimte binnen eruit ziet? En, om maar meteen bij het onderwerp van dit boek te blijven: maakt het uit hoe een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal is ingedeeld en ingericht?